Groepsdenken is een fenomeen dat leidt tot het collectief nemen van slechte beslissingen om de goede harmonie te bewaren. Zodra kritisch denken vergaat door een drang naar eenheid, ontstaat er een cultuur zonder nieuwe, innovatieve ideeën. Dit leidt tot stilstand of zelfs achteruitgang. Als alle neuzen dezelfde kant op staan, gaat het mis.
Wiens brood men eet, wiens woord men spreekt. Als groepen langer bij elkaar zijn, kan er een gesloten cultuur ontstaan waarbinnen men minder open staat voor nieuwe ideeën. De term groepsdenken of groupthink werd geïntroduceerd door psycholoog Irving Janis van de universiteit van Yale in 1972. Het is de neiging om te conformeren en geen afwijkend gedrag te vertonen of een afwijkende mening te hebben. Het fenomeen komt voor in allerlei managementteams of groepen van professionals of experts. Groepsdenken treedt op als groepen de eenheid in hun groep belangrijker gaan vinden dan het maken van de beste keuze. Onafhankelijk denken wordt dan niet op prijs gesteld. Het verlangen naar consensus in een groep kan de neiging veroorzaken om koste wat kost tot overeenstemming te komen. Dit zorgt ervoor dat de groep conflicten minimaliseert en tot een halfbakken beslissing komt op basis van emotie, aannames en oneigenlijke argumenten. In elke groep die trekken van een sekte krijgt, komt diversiteit onder druk te staan.
Jaknikkers
Groepsdenken doet zich ook voor binnen adviesbureaus. Sommigen adviseurs denken dat ze werknemer zijn in plaats van professionals met een eigen persoonlijke verantwoordelijkheid. Zo omarmt men steeds meer ingesleten gewoontes en denkbeelden en wordt men allergisch voor criticasters binnen de groep die die gewoontes en denkbeelden ter discussie willen stellen. Verder is stereotypering van buitenstaanders met andere opvattingen een bekend uitvloeisel van groepsdenken: het fenomeen waarbij groepen mensen collectief tot slechte beslissingen komen. Omdat ze het te veel met elkaar eens zijn en kritiek niet meer absorberen. Het effect is dat adviseurs niet meer onafhankelijk denken, maar opdrachtgevers en elkaar naar de mond praten. De disfunctionele groepsdynamiek van de “ingroup” produceert dan een “illusie van onkwetsbaarheid” (een opgeblazen zekerheid dat de juiste beslissing is genomen). De “ingroup” overschat dus aanzienlijk zijn eigen capaciteiten bij het nemen van beslissingen en onderschat aanzienlijk de capaciteiten van zijn tegenstanders (de “outgroup”). Bovendien kan groepsdenken leiden tot onmenselijke acties tegen de “outgroup”. Leden van een groep kunnen vaak groepsdruk voelen om “met de massa mee te gaan” uit angst voor gezichtsverlies. Het effect: de jaknikkers worden dominant.
Doelverschuiving
Groepsdenken leidt tot vreemde uitwassen en belemmert evenwichtige besluitvorming. Er is sprake van zelfcensuur, controle op in- en uitgaande informatie, ogenschijnlijke eenheid en ongenuanceerde beelden van andere groepen. Een kenmerk van groepsdenken is doelverschuiving. Wat begint met een inhoudelijk doel leidt tot het bewerkstellingen van maatschappelijke verandering en eindigt in het doel de organisatie in stand te houden. In plaats van een oriëntatie op wat de organisatie zou moeten betekenen in de samenleving, wordt alle energie gestoken in het versterken van de gevestigde orde. Om doelverschuiving te voorkomen is het cruciaal om groepsdenken te voorkomen.
Onderzoekende houding
Een lerende adviseur weet tegenspraak te organiseren om groepsdenken te voorkomen. Speelt voor advocaat van de duivel, moedigt diversiteit aan en stelt open vragen. Zorgt voor mensen met andere achtergrond en ervaring in het team. Geeft conflict de ruimte en zorgt voor veiligheid in de groep die dat mogelijk maakt. Het gaat in een groep immers niet om individuele personen, maar om de relatie en de interactie tussen leiders en volgers. De dialoog helpt: niet het leiderschap van beter weten, maar om het voeren van gesprekken vanuit een onderzoekende houding en het genereren van gemeenschappelijke betekenis. De insteek is gelijkwaardigheid: er is geen elite, maar om de combinatie van inzichten. Er wordt gezamenlijk gezocht naar een manier om dat toekomstbeeld te realiseren en bij te stellen als dat gewenst is.