KOESTER EEN WAARDERINGSCULTUUR

Hoe meer een samenleving gedreven wordt door individualisme, hoe meer mensen kijken naar elkaars fouten. Het is tijd om een einde te maken aan de afrekencultuur en ruimte te bieden voor het voeren van constructieve gesprekken. Stop met afrekenen, start met waarderen.

We leven tegenwoordig in een prestatiecultuur, waarbij degene die verloren heeft vrijwel direct zijn of haar recht op een standpunt verliest. Winner takes all. Een symptoom hiervan is de doorgeslagen juridisering: het individu eist voortdurend het eigen recht op, met als gevolg een gemeenschapsvacuüm en een sluipende ondermijning van de rechtsstaat en de democratie. Alsof de burger klant is en de overheid een commercieel dienstverlener met een winst- en verliesperspectief. Het dominante denken is individualistisch, competitief, optimistisch en pragmatisch. We zijn constant bezig de ander te delegitimeren. Hoe eensgezinder de samenleving wordt, hoe geobsedeerder we raken met de verschillen die nog wel bestaan – en hoe afkeriger we ervan worden. Sigmund Freud noemde dit ook wel het ‘narcisme van het kleine verschil’: hoe kleiner de verschillen tussen mensen, hoe groter de gevoeligheid voor deze kleine verschillen en hoe groter de onderlinge wrijving. Het botst steeds eerder.

Inquisitiedemocratie

Wie social media volgt, ziet het bewijs. Hoe meer we het eens zijn, hoe meer de verschillen opvallen. We worden, kortom, méér geconfronteerd met meningsverschillen in een tijd van groeiende consensus. Zo is de aandacht voor deze conflicten zo groot dat we onszelf veel grotere meningsverschillen toedichten dan er werkelijk zijn. Dat geldt niet alleen voor de publieke opinie, maar ook voor het stemgedrag in de Nederlandse politiek. En hoe opener de samenleving wordt, hoe geobsedeerder we raken met de verschillen die nog wel bestaan – en hoe afkeriger we ervan worden. Maar de samenleving bestaat niet uit louter winnaars. Vrijheid is geen optelsom van individuele rechten. De neiging domineert om elke fout van een ander op te kloppen en de nadruk te leggen op het negatieve. Niet voor niets wordt gesproken over een inquisitiedemocratie, waarbij elke fout meteen moet worden gevolgd door een debat dat leidt tot een motie van wantrouwen. Een samenleving waarin we elkaar voortdurend wijzen op wat er allemaal niet deugt. Onder het vergrootglas worden mensen alleen maar onzekerder, omdatkritiek verlamt.

Fouten zijn lessen

Juist in de onzekere tijd waarin we leven is er behoefte aan leiders die durven te improviseren, lef hebben om te experimenteren, wendbaar zijn en verbindingen leggen van binnenuit, omdat ze zich niet op één oplossing blindstaren. Zij worden belemmerd door de afrekencultuur en door de regelgeving die daaruit voortvloeit. Als elke fout onder het vergrootglas wordt gelegd, wordt de ongeschreven regel dat fouten moeten worden weggestopt. Voor een cultuur van leren is het juist nodig dat van fouten wordt geleerd en niet constant de schuldvraag wordt gesteld. Tenslotte gaat het niet om de schuld maar om het voorkomen van herhaling. Mensen zijn bang om de schuld te krijgen, terwijl iedere organisatie een open debat verdient: zodat er meningen geuit kunnen worden die voor discussie zorgen en ingaan tegen de geldende opvattingen. Tussen de tegenpolen van het meningenspectrum gloort niet zozeer een gapend gat, maar een stille consensus. Onder dat wat ons scheidt, gloort iets wat ons bindt.

Voer het gesprek

Vanzelfsprekend moeten mensen worden aangespoord om te leren van hun fouten en sommige fouten zijn zo ernstig dat ze consequenties moeten hebben. De verwachtingen van ‘de samenleving’ zijn niet alleen hoog en veranderlijk, maar ook tegenstrijdig. Een groot deel van de mensen stelt namelijk prioriteiten die soms ronduit haaks staan op hun waarden. De mens als consument koopt een plofkip, maar vindt als burger dat de bio-industrie in de samenleving moet worden afgeschaft. Een en dezelfde persoon handelt dan vanuit verschillende rollen: als consument is de vraag “what’s in it for me?” en staat het egoïsme voorop, als burger is de vraag “what’s in it for us?” en gaat het over het maatschappelijk belang. Een grotere tegenstelling bestaat bijna niet. En het leidt tot dubbele praktijken: de consument wil meer (vliegen, vlees, reizen), de burger pleit voor minder (luchtvaart, bio-industrie, klimaatverandering). Welke rol we ook kiezen, hangt af van onze sociale context en hoe we daarin worden aangesproken. Mensen hebben in hun rol als consument nu eenmaal andere voorkeuren dan als burger. We moeten juist een cultuur creëren waarin we elkaar uitnodigen om het gesprek te voeren. En wat daarbij zou helpen is dat we stoppen met simplificeren. Mensen die ergens tegen zijn, zijn immers ook altijd ergens voor. Kijk dus voorbij de belangen en proef het verlangen – een afrekencultuur beperkt, een waarderingscultuur geeft ruimte.


Vertrouwd adviseur van bestuurders, toezichthouders en (communicatie)directeuren in strategische veranderingen en samenwerkingstrajecten.