De energietransitie speelt een steeds grotere rol in het beleid van zowel regionale als landelijke politiek. Het zorgt voor complexe vraagstukken waarin sociale gelijkheid, verduurzaming en het creëren van draagvlak een belangrijke rol spelen. SDG 7: Betaalbare en duurzame energie is relevanter dan ooit. Voor Rik Thijs, wethouder Klimaat & energie, Openbare ruimte & groen in de gemeente Eindhoven, ligt een deel van de oplossing besloten in het actief betrekken van lokale stakeholders. Het is zijn opdracht om Eindhoven te vergroenen en te verduurzamen. Dat terwijl er ruim 20.000 woningen in het stadscentrum worden gerealiseerd. Hij vertelt over zijn visie op verduurzaming, het wethouderschap en de toekomst van Eindhoven.
Hoe zorgt de gemeente Eindhoven voor impact, en hoe krijgt zij haar stakeholders mee?
‘In Eindhoven vinden we het heel belangrijk om onze omgeving te betrekken. De plannen die we maken op het stadhuis zijn een mooi begin, maar we kunnen en willen niet vanuit onze ‘ivoren toren’ besturen. We houden ons continue bezig hoe we nog dichter naast de inwoners kunnen staan en hoe we het draagvlak voor oplossingen kunnen verbreden. Daarom zijn we onlangs gestart met het klimaatnetwerk, een brede afvaardiging van inwoners en ondernemers met affiniteit voor duurzaamheid. Dit klimaatnetwerk betrekken we actief bij de klimaatvraagstukken die ons in Eindhoven bezighouden.
Door met inwoners in gesprek te gaan, stellen we ons als gemeente kwetsbaar op en is er aandacht voor nieuwe perspectieven en oplossingen. Mijn ambitie is om het klimaatnetwerk nog verder te laten groeien. Het klimaatvraagstuk is immers niet het vraagstuk van de gemeente, maar van iedereen die er woont en werkt. Door met inwoners en bedrijven de handen ineen te slaan en soms even los te laten – omdat je elkaar scherp wil houden – komen we het verst.’
“Het klimaatvraagstuk is van iedereen.”
Waar wordt in ons land de meeste impact gemaakt, landelijk of lokaal?
‘Mijn overtuiging is dat (inter)nationaal klimaatbeleid concreet wordt vormgegeven en uitgevoerd door de decentrale overheden. Wij zijn in 2016 één van de eerste Nederlandse gemeenten geweest die de landelijke klimaatdoelstellingen heeft overgenomen. De gemeente is lokaal verantwoordelijk voor de inrichting van de openbare ruimte en houdt meer dan ooit rekening met de energietransitie, klimaatadaptatie, biodiversiteit en gezondheid. Als wethouder kan ik het verschil maken, omdat dit het niveau is waarop je heel belangrijke, concrete uitvoeringsvraagstukken meekrijgt.
Om dat te bereiken is wel structurele ondersteuning vanuit Het Rijk op het gebied van financiën en wet- en regelgeving noodzakelijk. Gemeenten krijgen vooral veel duurzaamheidsfooitjes in plaats van structureel geld voor klimaat- en energiebeleid. Te weinig voor de enorme opgave die voor ons ligt. Alleen met structurele ondersteuning kunnen we nu handelen en beter anticiperen op morgen. Het duurt bijvoorbeeld gemiddeld 8 jaar om een wijk van het gas af te krijgen: als we ons doel, alle woningen aardgasvrij in 2050, moet Eindhoven elk jaar 4 á 5 wijken van het gas halen.’
Eindhoven is de tweede groene stad van Nederland. Welke uitdagingen zie je voor de komende jaren?
‘Eindhoven gaat de komende jaren ontzettend groeien; het centrum moet worden uitgebreid met 21.000 woningen. Tegelijkertijd willen we de stad verder vergroenen en leefbaarder maken. Dat betekent dat verschillende beleidsbelangen elkaar raken. We kiezen er in ons nieuwe klimaatplan heel bewust voor om al onze doelstellingen te toetsen op meer dan CO2-reductie en financiën alleen.
We meten op inclusiviteit – hoe betrekken we onze inwoners; impact – wat levert het ons onder aan de streep op; en innovatie – zijn we in staat om vanuit vernieuwing naar de klimaatopgaven te kijken. Voor de toekomst hoop ik dat wanneer je door de stad loopt, het aanvoelt als één groene long; een stad met een groen, gezond en prettig karakter.’
Klimaat stopt natuurlijk niet bij de stadsgrenzen. Hoe werk je samen met de provincie, energievoorziening en waterschappen?
‘Samenwerken zit in het DNA van Eindhoven. Denk bijvoorbeeld aan Brainport, dat tot stand is gekomen door goede samenwerking tussen overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Dat is de kracht van onze regio. We houden ons veel bezig met technologische innovaties, zoals windmolens op woontorens en vervoersconcepten zoals zonneauto’s. De elektrische bus is in deze regio, door VDL Groep, ontwikkeld. Het is heel mooi als je de (duurzame) innovaties uit jouw stad kunt delen met de rest van het land en de wereld.
Besturen betekent in de basis natuurlijk dat je moet samenwerken op tal van schalen. Wat betreft het energievraagstuk doen we dat met de RES (Regionale Energiestrategie), maar voor de waterhuishouding kijken we bijvoorbeeld ook voorbij de landsgrenzen. Daar ben ik heel tevreden mee.’
Welke lessons learned kun je met ons delen?
‘Tijdens de pilot van de eerste aardgasvrije wijken hadden we als gemeente hoogdravende ambities, die we op korte termijn niet hebben kunnen waarmaken. Dat maakt het lastig om mensen blijvend mee te krijgen met ons verhaal. Wat het mij geleerd heeft, is dat de verwachtingen re el en eerlijk moeten zijn en dat je juist ook je dilemma’s moet delen. Ik heb enorm veel geleerd van die periode.
Ook het klein en concreet maken van de winst draagt bij aan het slagen van veranderingen die duurzame ambities vragen van de stad en haar inwoners. Voor veel mensen gaat de energietransitie pas leven als ze het effect van duurzaamheidsmaatregelen kunnen ‘voelen’. Een lagere energierekening, ramen die niet meer tochten, meer ruimte voor groen in de wijk. De transitie vraagt dus om een ander perspectief. Een succesvoorwaarde voor maatschappelijke impact is om naast de inwoner gaan staan, want we hebben ze hard nodig.’
“Het betrekken van burgers, bedrijfsleven, kennisinstellingen en organisaties moet niet worden onderschat. Het is een randvoorwaarde.”
Heb je een gouden tip voor organisaties die willen bijdragen aan de SDG’s?
‘Begin meteen. Wacht niet op innovaties, want we zijn eigenlijk al te laat. We moeten het ene doen en het andere niet laten. Leer terwijl je bezig bent en doe continue kennis op. Het betrekken van burgers, bedrijfsleven, kennisinstellingen en organisaties moet niet worden onderschat. Het is een randvoorwaarde.”
Tenslotte is het essentieel dat je als gemeente, maar dat geldt natuurlijk ook voor andere organisaties, overtuigd en gezamenlijk aan de slag gaat. Het bijdragen aan een SDG moet niet afhangen van één persoon of afdeling. Iedereen kan de SDG-charters ondertekenen en zich voor één of meer van de 17 doelen inzetten Het is te makkelijk om alles bij één wethouder te leggen; de klimaattransitie is van iedereen.’