Adviseurs brengen de buitenwereld binnen. De veranderende maatschappij brengt uitdagingen met zich mee voor organisaties en ook het consultancyvak is een discipline in constante ontwikkeling. Om als adviseur meerwaarde te creëren moet er verbinding gelegd worden.
Consultancy is een discipline in ontwikkeling, die nog veel zou kunnen leren van andere professies zoals de advocatuur en de accountancy, maar ook van ‘the paradigm of all professions’, de geneeskunde. In alle gevallen gaat het om dienstverlening, waarbinnen individuen hun werk met grote zelfstandigheid en deskundigheid doen. Een groot verschil is echter dat de advocaat, de accountant en de arts een wettelijke status hebben. Zij hebben te voldoen aan wet- en regelgeving, terwijl een adviseur zich zonder enige gecertificeerde opleiding kan inschrijven bij de Kamer van Koophandel. De vraag is welk verschil de adviseur maakt in vergelijking met andere professies. De advocaat gaat in de kern over vrijheid versus gevangenschap, de accountant over maatschappelijke miskenning versus rechtvaardigheid en de arts over dood versus leven – het zijn vraagstukken van belang, waarbij de relevantie van professioneel handelen zeer groot is. Volgens critici is de betekenis van het adviesvak niet fundamenteel van aard en de rol van de consultant is zelfs licht te noemen – er zijn noch materiële, noch wettelijke redenen om voor bepaalde vraagstukken een adviseur in te huren. Als je jezelf zomaar adviseur kunt noemen, dan kan het niet veel zijn. Zo schreef Belcampo al in 1946: “Het economisch leven werd gezonder gemaakt, doordat tal van bedrijven zich lieten reorganiseren door organisatoren, die er zo maar waren…”.
Continu proces
De voorstanders van adviseurs zien genoeg redenen om hen in te huren. Ten eerste is er de noodzaak om in te spelen op veranderingen in de samenleving. Adviseurs brengen de buitenwereld binnen. Zij werken op het snijvlak van theorie en praktijk en dat helpt organisaties om oplossingen te vinden voor complexe vragen. Ten tweede is de wereld tegenwoordig dusdanig complex, dat het helpt om specialisten met specifieke kwaliteiten, kennis en ervaring binnen te halen, die niet binnen de organisatie zelf voorhanden zijn. De samenleving heet niet voor niets samen-leving. Door krachten te bundelen bereiken we meer en komen we sneller vooruit. En ten derde heeft advies een louterende werking: het voorkomen van groepsdenken en, met als positieve opbrengst, het versnellen van transities. Veranderen is geen episodisch, maar een continu proces geworden.
Een lerend adviseur ziet dwarsverbanden tussen afzonderlijke werkelijkheden zowel binnen als buiten de organisatie en komt snel tot de kern van waar het om gaat.
Zelfkneedbare klei
Als adviseur ben je niet alleen. Er zijn talloze adviseurs die eerder iets vergelijkbaars als jij hebben meegemaakt. Als je een nieuwe generatie adviseurs zou opleiden, is de vraag met welke adviezen zij gediend zijn. De vraag is waar de wijsheid van adviseurs vandaan komt, hoe ze zelf kunnen aantonen dat hun methode werkt en of ze zich bewust zijn van de wijze waarop ze van hun fouten kunnen leren. Het adviseurschap lijkt maakbaar. De jacht op impact en succes gaat gepaard met een keur aan cursussen, zelfhulpboeken en coachingstrajecten. Word een winnaar, niet morgen maar nu, je bent zelf de baas: de tips liggen op het nachtkastje van iedere adviseur. Veelal staat de individuele ontplooiing centraal waarbij de adviseur herontdekt, bijschaaft en verbetert. Maar is er sprake van permanente educatie, binnen een breder maatschappelijk perspectief? Is de methodiek wel evidence-based? En zijn er erkende, gedeelde ethische normen die verder gaan dan wat de wet voorschrijft? Adviseren is een containerbegrip: een competentie voor de een, een professie voor de ander. Er is niet één adviesvak. De mens is geen homp zelfkneedbare klei. Consultancy is geen priesterkaste. Net zoals de waarde van advies dynamisch is omdat de samenleving steeds verandert, blijft adviseren een voortdurend proces van ontdekking.
Onderstroom
Organisaties zijn levende complexe systemen die niet voorspelbaar en maakbaar zijn. Ze kunnen in de ‘bovenstroom’ prima draaien, maar als het in de ‘onderstroom’ niet goed zit, blijven de prestaties achter bij wat mogelijk zou zijn. In de bovenstroom gaat het over het inzetten van alle beschikbare middelen, in lijn met het mechanische en lineaire linkerhersenhelftdenken dat in de Verlichting is ontstaan en dat tijdens de industriële revolutie het dominante wereldbeeld werd. Linkerhersenhelftdenken analyseert en theoretiseert. De valkuil hierbij is dat er onvoldoende aandacht is voor ‘onder water’: het irrationele en onzichtbare zoals vertrouwen, angst of groepsdynamiek. Die ongrijpbare onderstroom is waar het in de praktijk vooral om gaat. Het leren omgaan met complexiteit. Mensen die in organisaties werken ervaren een tekort aan gevoelsmatige zaken die correleren met de rechterhersenhelft. Lerende adviseurs leggen de verbinding tussen zowel de bovenstroom, de wereld van wetenschap, meten en procesoptimalisatie, als de onderstroom, de wereld van verbindingen en interactie met alles wat bij een organisatie hoort.