De kortst mogelijke weg naar de top bestaat niet. Succes is niets zonder hard werken. Malcolm Gladwell stelt in zijn boek Outliers dat professionals succesvol worden in hun vakgebied omdat zij minstens 10.000 uur hebben geoefend.
Hoe zeer we er misschien ook naar verlangen, er is geen simpel antwoord op de vraag hoe je de top kunt bereiken. Je kunt nog zoveel mee hebben, maar als je niet traint kom je nergens. Goed worden vergt jaren investeren. Zo deden Herbert Simon en William Chase in 1973 onderzoek naar de verschillen tussen schakers met verschillende niveaus. Ze wilden weten wat de professionals onderscheidt van de amateurs. De bevindingen van hun onderzoek deden hen vermoeden dat het verschil tussen schakers het eindresultaat was van meer training en speeltijd in het schaakspel. Ze concludeerden dat er niet één geval was binnen hun onderzoek, waarbij iemand grootmeester was geworden met minder dan tien jaar aan oefening. Hun conclusie was eenvoudig: oefening baart kunst, al is de vraag of training volstaat om de prestatieverschillen tussen mensen te verklaren. Is simpelweg veel oefenen de oplossing?
Maak voldoende uren
Het antwoord hangt samen met de vraag die psychologen al decennia bezighoudt: bestaat er zoiets als een aangeboren talent dat uitzonderlijke prestaties op het gebied van bijvoorbeeld sport, kunsten, wetenschap of het leiden van een organisatie verklaart? En zo ja, waaruit bestaat dat talent dan en kunnen we het op voorhand herkennen? Anders Ericsson, een Zweeds-Amerikaanse hoogleraar psychologie aan de Florida State University, veronderstelde dat individuele verschillen in prestaties kunnen worden verklaard door verschil in oefening. Hij bestudeerde hoe musici de internationale top bereiken. Rond hun twintigste hadden de onderzochte topmusici er gemiddeld zo’n 10.000 uur muziekoefening op zitten. Echt succesvolle experts bekwamen zich in hun vakgebied, zo stelt Ericsson, volgens de principes van deliberate practice, oftewel ‘welbewuste en weldoordachte training’. In 2008 vertaalt Malcolm Gladwell in zijn boek Outliers (“Uitblinkers: waarom sommige mensen succes hebben en andere niet”) het principe door in de 10.000-uurregel. Het komt erop neer dat volgens Gladwell professionals succesvol zijn geworden in hun vakgebied omdat zij minstens 10.000 uur hebben geoefend in dat vakgebied. Succes komt dus met de jaren. Gladwell noemt als voorbeeld vioolspelen en de leeftijd waarop iemand hiermee begint. Kinderen die eerder beginnen met oefenen, zullen veel sneller pieken. Juist ook omdat ze veel sneller aan de 10.000 oefenuren gekomen zijn. De regel is inmiddels een populaire vuistregel geworden als het gaat om het behalen van expertise in sport, muziek, wetenschap en ga zo maar door – al is de praktijk natuurlijk weerbarstiger.
Train bewust
Natuurlijk gaat het om de hoeveelheid én het type training dat wordt uitgevoerd. Door domweg te blijven oefenen en herhalen, red je het gewoonweg niet. Deliberate practice is doelbewust trainen. Het gaat niet om meer, maar om slimmer oefenen. Door gebruik te maken van feedback, te leren van voorbeelden, voortdurend het eigen gedrag aan te scherpen en de eigen competenties steeds verder aan te scherpen. Zo bouw je als het ware een repertoire aan handelingen op waar je uit kunt putten als je een situatie herkent. Zo is het de vraag of het nu 10.000 uur zijn of minder en oefenen leidt niet altijd per se tot prestatieverbetering. Het hangt er ook vanaf op welke manier die oefentijd wordt doorgebracht. Hoe je oefent is minstens zo belangrijk als of je het doet. Het verschilt ook van beroep tot beroep en van expert tot expert hoeveel uur ze exact nodig hebben. Het is nu eenmaal zo dat experts een aantal jaar een aantal uur per dag toegewijd moeten werken aan hun bekwaamheid in hun specialisme.
Cocktail van factoren
Wil je het maken, dan is het dus prettig als je verliefd wordt op wat je graag doet én dat je verliefd wordt op het uitoefenen en uitdragen van deze passie. Door te lezen, naar seminars te gaan, je eigen gedrag te verbeteren en te leren van goede voorbeelden. Niemand zal ontkennen dat je veel moet trainen om de top te behalen. Het is juist een cocktail van factoren zoals tijd- en plaatsgebonden omstandigheden en de sociale omgeving waarin iemand opgroeit, intelligentie, de juiste mentoren en doorzettingsvermogen die succes bepaalt. Uitzonderlijke prestaties gaan altijd samen met een vrijwel even uitzonderlijke mate van oefening en training. Daarom is de 10.000 uur-regel weinig meer dan een metafoor voor ‘heel veel uren gedurende lange periode’ én een aanwijzing dat niet beter, maar met name beter oefenen leidt tot meer impact.