Iedereen heeft een eigen communicatiestijl. Toch is jouw voorkeursstijl niet altijd de meest effectieve binnen een bepaald scenario. Juist het variëren tussen verschillende stijlen kan als adviseur zeer nuttig zijn.
Omdat bepaald gedrag wordt geremd of juist gecultiveerd, blijven wij als mensen vaak teruggrijpen op die ene stijl die het beste past in onze vaste omgeving. Hetzelfde geldt voor adviseurs. Maar hoe zorg je dat je positieve invloed hebt, dat er naar je geluisterd wordt? Stijlflexibiliteit zorgt voor persoonlijke invloed: betere communicatie en soepelere samenwerking. Maar wat betekent het eigenlijk? En waarom heb je het nodig? Door je communicatie, houding en gedrag af te stemmen op de ander, kun jij sneller je doelen bereiken op een prettige manier. Net als in alle andere vormen van communicatie zul je daarom aansluiting moeten zoeken bij de geadviseerde, zoals een kameleon varieert in kleur om zich aan te passen aan de omgeving. Daarvoor heb je stijlflexibiliteit nodig: het vermogen om je adviesstijl te kunnen aanpassen aan de ontvanger van je advies. Zo moet je in een adviserende functie je argumenten heel goed uitleggen, in een sociaal beroep moet je de ander centraal stellen en als leidinggevende moet je juist verbinden en inspireren. De context vraagt dan om bepaald gedrag. Communiceren, of je eigen manier van doen, lijkt daarom een automatisme. Toch is gedrag, in de vorm van communicatiestijl, ook een keuze. Je wordt invloedrijker als je bewust kunt kiezen welke stijl je gaat helpen bij het bereiken van je doel. Dat kan in veel gevallen ook je voorkeursstijl zijn. Maar die stijl maakt je niet vanzelf effectief. Je bent effectief omdat die stijl goed past bij het doel dat je wil bereiken. In een andere context heb je ook een nieuwe strategie nodig om je doel te behalen.
Andere stijlen
Iedereen kent wel voorbeelden uit de praktijk. Ben je wel eens in een vergadering geweest waar argumenten over en weer worden gewisseld, maar niemand mee wil met het voorstel van de ander? Waar alle zinnen beginnen met ‘Ja, maar…’? En iedereen vooral bezig is met zijn of haar eigen standpunt? Veel mensen luisteren autobiografisch: ze willen bevestiging van hun eigen vooroordelen en zijn niet geïnteresseerd in het antwoord. Iedereen kent wel voorbeelden van ineffectieve communicatie. Met maar één communicatiestijl, bijvoorbeeld argumenteren, is het moeilijk om je doel te bereiken. Om anderen mee te krijgen en daarmee jouw doelen op een effectieve én positieve manier te behalen, moet je ook openstaan voor de ander. Concreet: je schakelt flexibel van de ene naar de andere communicatiestijl. Waarschijnlijk zet je in de ene context één stijl meer in dan de andere. Gelukkig kun je alle andere communicatiestijlen wel leren. Alle stijlen zitten namelijk vanaf je geboorte al in je.
Aandacht
In de jaren zeventig van de vorige eeuw beschreven Harvardprofessoren David Berlew en Roger Harrison vier communicatiestijlen. Deze stijlen hebben ze in kaart gebracht op basis van duizenden waarnemingen van menselijk gedrag. Om het verschil te maken, concludeerden zij, moet je kunnen wisselen in deze vier stijlen. Allereerst overreden (: de stijl van de denkkracht. Met overreden doe je voorstellen, die je ondersteunt met argumenten), stellen (: de stijl van de wilskracht. Met stellen geef je je grenzen aan en maak je duidelijk kenbaar wat je verwacht van de ander), overbruggen (: de stijl van de voelkracht. Met overbruggen zet je de ander centraal en heb je aandacht voor het perspectief en de emotie van de ander) en inspireren (: de stijl van de geloofskracht. Met inspireren koppel je mensen aan elkaar en creëer je gezamenlijk enthousiasme en energie).
Spelen
Iedere stijl heeft een eigen onderliggende bedoeling. Met een andere intentie kun je een ander doel bereiken. Het helpt om goed na te denken over de positie van de geadviseerde op de assen ‘willen’ en ‘kunnen’. Die eerste gaat over in hoeverre iemand bereid is om je advies aan te nemen, de tweede gaat over hoeveel ervaring iemand al heeft met jouw vakgebied. Als iemand bijvoorbeeld al heel veel weet en niet snel advies aanneemt, neem je een meer coachende, inspirerende adviesstijl aan. Het heeft dan niet zoveel zin om veel inhoud te gaan delen. Als je in gesprek gaat met de geadviseerde, doe dat dan niet vanuit het idee om jouw advies te presenteren. Stel geen oplossingsgerichte en gesloten vragen. Als je goed kunt switchen tussen de stijlen versterk je ook de band tussen jou en de ander. Zo heb je meer positieve invloed als je verschillende stijlen kunt inzetten. Het probleem van maar één stijl hanteren is namelijk dat dit niet meer effectief is als de situatie complexer wordt of de ander niet direct met jou mee wil. Zoals in het voorbeeld van de vergadering hierboven: als er niet wordt geluisterd naar wat je vertelt, dan helpt jezelf nog een keer herhalen je echt niet verder. Hoe meer je kunt spelen met stijlen, hoe effectiever je bent. Een effectief adviseur is dan ook een beetje een kameleon.